Beschrijving
Het begint in de Lutherse kerk in Middelburg met een feestelijke ouverture van de componist Thomas Babou (1656-1739) uit Luik, waarin trompet en cornet een 'acte de présence' geven. Johann Kaspar Ferdinand Fischer (?-1746) - een Duitse tijdgenoot van Babou - componeerde in 1738 een verzameling suites voor klavecimbel, genaamd 'Musikalischer Parnassus', genoemd naar de negen muzen. De suite 'Euterpe' vertegenwoordigt de muze van de fluiten. De 'Fuge in d-mineur, BMV 539 - bij organisten bekend als de viool-fuga - is een anonieme achttiende-eeuwse transcriptie van Bachs 'Fuge in g-mineur' uit de 'Sonata in g-mineur, BMV1001' voor vioolsolo. De Fuge is gecombineerd met het Adagio dat aan de Sonate voorafgaat. Dit Adagio is een waardiger metgezel dan het Preludium waar het vaak mee verwant is. De bewerking van een van Mozarts pianosonates door Leen de Broekert sluit aan bij de muzikale praktijk van de 18e eeuw, waarin klavecimbel, fortepiano en orgel niet zo strikt gescheiden waren.
Het orgel in Baarland brengt muziek tot leven van de Nederlandse componisten Charles-Joseph van Helmont (1715-1790) en Dieudonné Raick (1703-1764) en een partita van Gottfried Heinrich Stölzel (1690-1749). Op 18-jarige leeftijd werd Charles-Joseph van Helmont organist van de Sint-Goedele-kerk in Brussel. In 1737 werd hij kapelmeester van de Kapellekerk in Brussel, maar na 4 jaar keerde hij terug naar de Sint-Goedele kerk, waar hij de volgende 36 jaar zorgde voor de muzikale opvoeding van de koorzangers, de muzikale uitvoeringen in de kerk en de composities voor de diensten. Dieudonné Raick was priester, theoloog, advocaat, maar ook een beroemd orgelspeler. Hij was verbonden aan de kathedraal in Antwerpen, de Sint-Pieter in Leuven en de Sint-Baafskerk in Gent. Er zijn een paar mooie sonates en suites voor klavecimbel bewaard gebleven. Johann Sebastian Bach kende de muziek van Gottfried Heinrich Stölzel en beschouwde hem als een goede componist. Bach nam de partita in g-klein van Stölzel op in zijn zelfgemaakte klavierboekje voor zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann. De partita eindigt met een menuet van Bach zelf.
Op het orgel in Gapinge wordt muziek van Bach en Telemann gespeeld. Dit orgel was privébezit en valt op door de ornamentiek.