Beschrijving
Voor veel componisten bleef de introductie van jazz aan het begin van de twintigste eeuw in Europa niet onopgemerkt. De spontaniteit van de nieuwe muziek, de nieuwe klankmogelijkheden, de vitale ritmes, het verfijnde, swingende rubato - en de improvisatie, onlosmakelijk verbonden met jazz - het waren allemaal kenmerken die tot de verbeelding spraken. De invloed van jazz werd hoorbaar in zowel symfonisch repertoire als in kamermuziek. Hoewel in de jazz zelf de viool nooit een prominente plaats had ingenomen, kozen veel componisten het instrument voor hun door jazz geïnspireerde werken. Ook al ontbreekt een essentieel element van jazz - improvisatie - in hun muziek, andere elementen rechtvaardigen de term “jazzy”: de levendige ritmes, de vrije en grillige melodielijnen en vooral een luchtig soort energie, die de innovatieve en optimistische geest van het Interbellum weerspiegelt.